Donderdag, 4 september 2025
Joanne's blog

Lieve allemaal,
Hier in het Midden-Oosten, en zeker in het noorden van Israël waar ik woon, is er een aantal bijzondere gewoontes. En je móét je aanpassen, want anders red je het niet. Neem bijvoorbeeld het verkeer. Het maakt niet uit of er oorlog is of niet, het is en blijft een complete chaos.
Ik ben er na al die jaren wel in getraind geraakt, tenminste, dat denk ik. Mijn twee ogen weten dat ze, zodra ik in de auto zit, het werk moeten doen van minstens tien. Voor, achter, naast, boven, onder, overal en nergens vandaan kunnen auto’s, fietsen, vrachtwagens, paarden en ja, soms zelfs voetgangers opduiken. Zo raakte ik bijvoorbeeld afgelopen week verzeild in een enorme opstopping midden in een Arabisch dorp, omdat een paar vriendelijke mensen hun auto midden op de weg hadden geparkeerd.
Dat brengt me meteen op een andere belangrijke gewoonte: geduld, oftewel savlanoet. Een heilig woord dat je te pas en te onpas nodig hebt. Met de ramen open, het is hier zo’n 35 graden overdag, een fles water naast me en genietend van ‘het verwarde breiwerk van auto’s’ dat zich voor me afspeelde, duurde het zeker een halfuur voordat ik weer verder kon rijden.

Geduld komt trouwens ook op andere momenten goed van pas. Zo moest ik laatst voor een vriend tuinstoelen kopen. Ik vond ze in een Arabisch dorp, ongeveer tien minuten rijden. Bij een winkel met een uitstalling pal langs de best wel drukke hoofdweg van het dorp. De stoelen stonden buiten, te midden van heel veel meer stoelen, banken en tafels. Ik zag ze gelijk, het was precies wat hij zocht. Alleen: de eigenaar was in geen velden of wegen te bekennen. Op de gesloten deur hing een briefje met zijn telefoonnummer. Dus ik belde hem. “Een halfuurtje,” zei hij. “Dan ben ik er.” Ik besloot intussen wat rond te rijden en een winkelcentrum in de buurt te bezoeken.
Precies een halfuur later, ik blijf een Nederlander, stond ik weer bij de tuinstoelenmeneer. Geen eigenaar te zien. Dus ik belde opnieuw. “Nog zeven minuten.” Zeker een uur later kwam hij uiteindelijk aanrijden, samen met zijn zoon. Onder het genot van een kopje Arabische koffie sloten we de deal. Op mijn vraag of hij niet bang was dat zijn spullen die zo buiten aan de weg stonden, gestolen zouden worden bij zijn afwezigheid, keek hij me verbaasd aan. “Je bent in het Midden-Oosten,” zei hij. “Hier vertrouwen we elkaar.”
Shabbat shalom en dat de gegijzelden snel naar huis mogen terugkeren.
Liefs, Joanne